Responsive image

Aanhef

Download de app voor meer functionaliteit.

Aanhef

2.3.2020

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 62/1

VERORDENING (EU) 2020/283 VAN DE RAAD

van 18 februari 2020

tot wijziging van Verordening (EU) nr. 904/2010 wat betreft maatregelen ter versterking van de administratieve samenwerking om btw-fraude te bestrijden

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 113,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),

Handelend volgens een bijzondere wetgevingsprocedure,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Verordening (EU) nr. 904/2010 van de Raad (3) worden onder meer regels vastgesteld betreffende de opslag en uitwisseling langs elektronische weg van specifieke inlichtingen op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde (btw).

(2)

De groei van elektronische handel (“e-handel”) bevordert de grensoverschrijdende verkoop van goederen en diensten aan eindverbruikers in de lidstaten. In dat verband wordt met grensoverschrijdende e-handel bedoeld, leveringen en diensten waarover de btw in een lidstaat is verschuldigd en waarbij de leverancier in een andere lidstaat, in een derdelandsgebied of in een derde land is gevestigd. Frauderende bedrijven die in een lidstaat, in een derdelandsgebied of in een derde land zijn gevestigd, maken echter misbruik van e-handelmogelijkheden om zichzelf oneerlijke marktvoordelen toe te eigenen door zich aan hun btw-verplichtingen te onttrekken. Wanneer het beginsel van belastingheffing op de plaats van bestemming van toepassing is, hebben, aangezien consumenten geen boekhoudkundige verplichtingen hebben, de lidstaten van verbruik passende instrumenten nodig om dergelijke frauderende bedrijven op te sporen en te controleren. De bestrijding van grensoverschrijdende btw-fraude die wordt veroorzaakt door het frauduleuze gedrag van sommige bedrijven op het gebied van de grensoverschrijdende e-handel, is van groot belang.

(3)

Momenteel is de samenwerking tussen de belastingdiensten van de lidstaten (de “belastingdiensten”) om btw-fraude te bestrijden meestal gebaseerd op gegevens die in het bezit zijn van bedrijven die rechtstreeks bij de belastbare handeling zijn betrokken. In het geval van grensoverschrijdende handelingen van bedrijven aan consumenten, die zo typisch zijn in de sector van de e-handel, zijn deze inlichtingen misschien niet direct beschikbaar. Derhalve hebben belastingdiensten nieuwe instrumenten nodig om btw-fraude doeltreffend te kunnen bestrijden.

(4)

Voor de overgrote meerderheid van de grensoverschrijdende onlineaankopen door consumenten in de Unie verlopen de betalingen via betalingsdienstaanbieders. Om betalingsdiensten te kunnen verrichten beschikt een betalingsdienstaanbieder over specifieke inlichtingen om de ontvanger, of begunstigde, van die grensoverschrijdende betaling te identificeren, alsmede over nadere gegevens over de datum, het bedrag en de lidstaat van oorsprong van de betaling. De belastingdiensten hebben deze inlichtingen nodig om hun kerntaken inzake het opsporen van frauderende bedrijven en het vaststellen van de btw-verplichtingen met betrekking tot grensoverschrijdende leveringen van bedrijven aan consumenten te kunnen uitvoeren. Het is derhalve noodzakelijk en evenredig dat de voor de btw relevante inlichtingen die in het bezit zijn van betalingsdienstaanbieders, beschikbaar worden gesteld aan de lidstaten en dat de lidstaten deze inlichtingen in hun nationale elektronische systemen kunnen opslaan en doorgeven aan een centraal elektronisch betalingsinlichtingensysteem om grensoverschrijdende btw-fraude te kunnen vaststellen en bestrijden, met name bij leveringen van bedrijven aan consumenten.

(5)

Lidstaten de instrumenten verschaffen voor het verzamelen, opslaan en doorgeven van de door de betalingsdienstaanbieders verstrekte inlichtingen, en het verlenen van toegang aan Eurofisc-verbindingsambtenaren van de lidstaten tot deze inlichtingen wanneer zij in verband staan met een onderzoek naar vermoede btw-fraude of om btw-fraude te kunnen opsporen, is een noodzakelijke en evenredige maatregel om btw-fraude doeltreffend te bestrijden. Deze instrumenten zijn van essentieel belang omdat de belastingdiensten deze inlichtingen nodig hebben voor btw-controles, om de overheidsontvangsten, maar ook bonafide bedrijven in de lidstaten te beschermen, hetgeen dan weer de werkgelegenheid en de burgers van de Unie bescherming biedt.

(6)

Het is van belang dat de verwerking door de lidstaten van inlichtingen met betrekking tot betalingen evenredig is aan de doelstelling van het bestrijden van btw-fraude. Daarom zouden de lidstaten geen inlichtingen moeten verzamelen, opslaan of doorgeven over consumenten of betalers en over betalingen die waarschijnlijk geen verband houden met economische activiteiten.

(7)

Om de doelstelling van de bestrijding van btw-fraude doeltreffender te verwezenlijken, moet een centraal elektronisch betalingsinlichtingensysteem (“central electronic system of payment information — CESOP”) worden ingesteld, waaraan lidstaten de betalingsinlichtingen doorgeven die zij op nationaal niveau verzamelen en kunnen opslaan. In CESOP zouden, met betrekking tot individuele begunstigden, alle voor de btw relevante inlichtingen over betalingen die door de lidstaten zijn doorgeven, worden opgeslagen, geaggregeerd en geanalyseerd. CESOP moet het mogelijk maken een volledig overzicht te verkrijgen van de betalingen die begunstigden hebben ontvangen van in de lidstaten gevestigde betalers, en zou de resultaten van specifieke analyses ter beschikking van de Eurofisc-verbindingsambtenaren moeten stellen. CESOP zou meerdere registraties van dezelfde betaling moeten kunnen herkennen, bijvoorbeeld wanneer eenzelfde betaling zowel door de bank als door de kaartuitgever van een bepaalde betaler wordt gemeld, zou de van de lidstaten ontvangen inlichtingen moeten kunnen opschonen, bijvoorbeeld door het verwijderen van dubbele items en het corrigeren van fouten in gegevens, en zou Eurofisc-verbindingsambtenaren de mogelijkheid moeten bieden kruiscontroles uit te voeren van betalingsinlichtingen en btw-inlichtingen waarover zij beschikken, om opzoekingen te doen voor onderzoeken naar vermoedelijke btw-fraude of voor het opsporen van btw-fraude, en om aanvullende inlichtingen toe te voegen.

(8)

Belastingheffing is een belangrijke doelstelling van algemeen openbaar belang van de Unie en van de lidstaten en dit is ook erkend met betrekking tot de restricties die kunnen worden opgelegd ten aanzien van de rechten en plichten waarin Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad (4) en Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad (5) voorzien. Restricties ten aanzien van rechten inzake gegevensbescherming zijn noodzakelijk gezien de aard en het volume van de inlichtingen die afkomstig zijn van betalingsdienstaanbieders, en moeten zijn gebaseerd op de specifieke voorwaarden die in Richtlijn (EU) 2020/284 van de Raad (6) zijn vastgesteld. Aangezien betalingsinlichtingen bijzonder gevoelig zijn, moet in alle stadia van de gegevensverwerking duidelijk zijn wie de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker is overeenkomstig Verordeningen (EU) 2016/679 en (EU) 2018/1725.

(9)

Daarom moeten restricties op de rechten van betrokkenen worden toegepast overeenkomstig Verordening (EU) nr. 904/2010. De onverkorte toepassing van de rechten en plichten van betrokkenen zou namelijk de doelstelling van het doeltreffend bestrijden van btw-fraude sterk aantasten en zou de betrokkenen mogelijk de kans geven om lopende analyses en onderzoeken te dwarsbomen door de omvangrijke hoeveelheid inlichtingen die betalingsdienstaanbieders zenden en de mogelijk stortvloed aan verzoeken die betrokkenen aan de lidstaten en/of de Commissie richten. Een en ander zou een hinderpaal zijn voor de mogelijkheden van de belastingdiensten om de doelstelling van deze verordening na te streven, doordat opzoekingen, analyses, onderzoeken en procedures die in overeenstemming met deze verordening verlopen, in het gedrang komen. Daarom moeten er restricties op de rechten van betrokkenen gelden bij het verwerken van inlichtingen overeenkomstig deze verordening. De doelstelling van het bestrijden van btw-fraude niet worden verwezenlijkt door minder restrictieve maatregelen met dezelfde doeltreffendheid.

(10)

Alleen de Eurofisc-verbindingsambtenaren mogen toegang hebben tot de betalingsinlichtingen die in CESOP zijn opgeslagen, en uitsluitend ten behoeve van het bestrijden van btw-fraude. Deze inlichtingen kunnen niet alleen worden gebruikt voor de vaststelling van de btw, maar ook voor de vaststelling van andere heffingen, rechten en belastingen, zoals bepaald in Verordening (EU) nr. 904/2010. Deze inlichtingen mogen niet worden gebruikt voor andere doeleinden, zoals commerciële doeleinden.

(11)

Bij de verwerking van de betalingsinlichtingen overeenkomstig deze verordening moet elke lidstaat binnen de grenzen blijven van wat evenredig en noodzakelijk is om vermoedelijke btw-fraude te onderzoeken of om btw-fraude op te sporen.

(12)

Om de rechten en plichten uit hoofde van Verordening (EU) 2016/679 veilig te stellen, is het van belang dat inlichtingen over betalingen niet worden gebruikt voor geautomatiseerde individuele besluitvorming en dus steeds moeten worden afgetoetst aan andere fiscale inlichtingen waarover de belastingdiensten de beschikking hebben.

(13)

Om de lidstaten te helpen bij de bestrijding van belastingfraude en het opsporen van fraudeurs, is het noodzakelijk en evenredig dat betalingsdienstaanbieders registers met de inlichtingen over begunstigde en betalingen die verband houden met de betalingsdiensten die zij verstrekken gedurende drie kalenderjaren bewaren. Deze periode biedt de lidstaten voldoende tijd om doeltreffend controles uit te voeren en om onderzoek te voeren naar vermoedelijke btw-fraude of om btw-fraude op te sporen, en is ook evenredig met het oog op het omvangrijke volume betalingsinlichtingen en het gevoelige karakter ervan in termen van bescherming van persoonsgegevens.

(14)

Terwijl de Eurofisc-verbindingsambtenaren van elke lidstaat toegang moeten kunnen krijgen tot de in CESOP opgeslagen betalingsinlichtingen ten behoeve van de strijd tegen btw-fraude, mogen naar behoren gemachtigde personen van de Commissie slechts toegang kunnen hebben tot deze inlichtingen voor zover zulks noodzakelijk is voor de ontwikkeling en het onderhoud van CESOP. Alle personen die toegang hebben tot die inlichtingen zijn gebonden door de in Verordening (EU) nr. 904/2010 vastgestelde vertrouwelijkheidsregels.

(15)

Aangezien de implementatie van CESOP nieuwe technologische ontwikkelingen vergt, moet de toepassing van deze verordening worden uitgesteld om lidstaten en de Commissie in de gelegenheid te stellen deze technologieën te ontwikkelen.

(16)

Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van deze verordening te waarborgen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend met betrekking tot de technische maatregelen voor het instellen en onderhouden van CESOP, de taken van de Commissie voor het technische beheer van CESOP, de technische bijzonderheden die de verbinding en de algehele interoperabiliteit tussen de nationale elektronische systemen en CESOP waarborgen, de elektronische standaardformulieren voor het verzamelen van inlichtingen van de betalingsdienstaanbieders, de technische en andere bijzonderheden betreffende de toegang tot inlichtingen door de Eurofisc-verbindingsambtenaren, de praktische regelingen voor het aanwijzen van de Eurofisc-verbindingsambtenaren die toegang hebben tot CESOP, de procedures die het vaststellen van de gepaste technische en organisatorische veiligheidsmaatregelen voor de ontwikkeling en de werking van CESOP mogelijk maken, de rol en de verantwoordelijkheden van de lidstaten en de Commissie wanneer zij optreden als verwerkingsverantwoordelijke en verwerker in het kader van de Verordeningen (EU) 2016/679 en (EU) 2018/1725, en met betrekking tot de procedurele regelingen ten aanzien van Eurofisc. Deze bevoegdheden moeten worden uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (7).

(17)

Btw-fraude is een gemeenschappelijk probleem voor alle lidstaten. Individuele lidstaten beschikken niet over de nodige inlichtingen om de btw-regels betreffende grensoverschrijdende e-handel correct te doen toepassen of om btw-fraude in grensoverschrijdende e-handel te bestrijden. Daar de doelstelling van deze verordening, namelijk de bestrijding van btw-fraude, in het geval van grensoverschrijdende e-handel niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt, maar beter, vanwege de omvang en de gevolgen van het optreden, op het niveau van de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in datzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.

(18)

Deze verordening eerbiedigt de grondrechten en neemt de in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie erkende beginselen in acht, met name het recht op bescherming van persoonsgegevens. In dat verband wordt de hoeveelheid persoonsgegevens die aan de lidstaten beschikbaar zullen worden gesteld, door deze verordening strikt beperkt. De verwerking van betalingsinlichtingen overeenkomstig deze verordening mag alleen plaatsvinden om btw-fraude te bestrijden.

(19)

De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming is geraadpleegd overeenkomstig artikel 42, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1725 en heeft op 14 maart 2019 advies (8) uitgebracht.

(20)

Verordening (EU) nr. 904/2010 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.